Zijn droom: Ironman Hawaii
Een medaille of twee kan de staanlamp in de woonkamer van triatleet Dirk Wijnalda nog wel hebben, meer wordt kielekiele. De lamp, die volhangt met eremetaal, helt behoorlijk naar links. De 36-jarige Wijnalda uit Bunnik mocht er vorige week drie bij hangen, na de UPC Holland Triathlon van Almere.

De eerste medaille kreeg Wijnalda omdat hij - achter een Deen en een Duitser - als derde eindigde in het eindklassement. De tweede omdat de triatleet op een na de beste was in zijn leeftijdscategorie. De derde, van goud, is zonder twijfel de mooiste: die kreeg de topsporter uit Bunnik omdat hij kampioen van Nederland is geworden. Wijnalda deed acht uur, 39 minuten en 41 seconden over 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,95 kilometer hardlopen. Een dik persoonlijk record. En hij had nog over, zegt hij een week na zijn beste prestatie ooit. ,,Met nog vijf kilometer voor de boeg wist ik: dit kan  niet meer mis gaan. Ik liep over de dijk, keek uit over het Gooimeer en zag al die mensen staan. Een euforisch gevoel, een supergevoel.’’' 

Nee, Wijnalda kwam niet huilend over de finish. Daar is de geboren en deels getogen Fries te nuchter voor. Hij zocht zijn vrouw Saskia, maar kon haar aanvankelijk niet vinden: ze had haar felgele jasje inmiddels uitgetrokken. Saskia is tijdens de race van groot belang geweest: met twee horloges, een notitieblok en een pen in de hand gaf ze haar man constant rondetijden door en de namen van concurrenten die voor Wijnalda fietsten of liepen. Na het fietsen had hij nog twee Nederlanders voor zich, maar die had hij na elf en achttien kilometer van zich af geschud. Wijnalda liep de marathon uiteindelijk in 2,49 uur: een wereldtijd. Wijnalda is als triatleet een laatbloeier. Hij was eigenlijk judoka, maar door te veel blessureleed stopte hij daar op zijn 21ste mee. Toen besloot hij meer te gaan fietsen, de sport die hij sinds zijn vijftiende beoefent. Rondje IJsselmeer, rondje Markerwaard, later ook fietsvakanties in onder meer Afrika, Alaska, Frankrijk en Mexico. Tijdens een van zijn tochten, in 2001, kwam Wijnalda een triatleet tegen, ze raakten aan de praat en Wijnalda dacht: ik ga het ook eens proberen, zo'n hele triathlon. Fietsen en lopen kon hij al goed, zwemmen helemaal niet. ,,Ik had twee diploma's: A en B. Natuurlijk kon ik de schoolslag, maar daar red je het niet mee tijdens de hele triathlon. Dus heb ikmesuf getraind op borstcrawl. Ik deed dik tien uur over mijn eerste triathlon. Nu gaat het zwemmen redelijk goed. Goed genoeg in elk geval om Nederlands kampioen te worden.’’ 

Wijnalda noemt zichzelf semi-professional: hij traint gemiddeld tussen de twintig en 25 uur per week. Eens per week traint hij bij Hellas, meestal traint hij alleen. Of hij er geld mee verdient? Geen cent, zegt hij. Zijn geld verdient hij als trainer: hij begeleidt mensen (individueel en in groepsverband) die een sportieve prestatie willen neerzetten. Of het nou iemand is die drie kilometer wil lopen zonder te stoppen, of iemand die eindelijk eens een marathon wil volbrengen, het maakt hem weinig uit. Met de triathlon wint Wijnalda heus wel eens een geldbedrag, maar hij maakt minstens zoveel kosten. ,,Gelukkig heb ik een sponsor die mijn fiets regelt, maar de reisjes en overnachtingen moet ik zelf betalen.’’ De nacht voor de triatlon in Almere bracht Wijnalda door op een camping vlakbij de haven. ,,Almere is een halfuurtje rijden, maar ik neem niet graag risico's. Het donderde en bliksemde die nacht behoorlijk. Ik heb dus niet goed kunnen slapen, om vijf uur ben ik maar opgestaan, zodat ik me rustig kon voorbereiden op de wedstrijd.’’ Na een week betrekkelijke rust traint hij nu weer volop in Bunnik en wijde omgeving, om zich voor te bereiden op een wedstrijd in Barcelona, 4 oktober. Zijn droom: ooit mee mogen doen aan de triathlon der triathlons: Ironman Hawaii. Wijnalda mag dan 36 zijn, hij heeft zijn top nog niet bereikt. De staanlamp in de woonkamer valt ongetwijfeld nog een keertje om.

(AD Utrechts Nieuwsblad, 2010)
Bekijk PDF