Utrechtse veemarkt: niet iedereen komt voor handel
Eens een boer, altijd een boer. Zo is het, niet anders, zegt  de 76-jarige Willem Hoogeboom. Hij heeft zijn geld allang verdiend, maar rommelt er nog steeds wat bij. Thuis, op de boerderij in Eemnes, heeft Hoogeboom een stuk of 25 beesten lopen. Paar stiertjes, paar koetjes, paar kalfjes, je kent het wel. Voor de lol. Hoogeboom is elke woensdagochtend te vinden op de veemarkt in Utrecht. Niet voor de handel, ben je gek. Maar een mens moet zo nu en dan de hort op, nietwaar? Kijk, zegt hij, de meeste mensen gaan thuis dood. Dus moet je zorgen dat je vaak op pad bent. Simpel toch? Want het leven is veel te mooi. Laatst hoorde hij slecht nieuws over een collega. Dokters hadden hem opengesneden, keken erin, en zagen dat het goed mis was. Niets meer aan te doen. Zo kan het gaan. Hoogeboom komt naar de veemarkt om te kijken en te ouwehoeren. Veel valt er trouwens niet meer te beleven, 'sinds die blauwtongrotzooi' in ons land is. Boeren  uit besmet gebied, zo ongeveer alles ten zuiden van Utrecht, mogen al een tijdje niet meer met hun beesten naar Utrecht komen. Onzin natuurlijk, zegt Hoogeboom, maar dat hebben die geleerden in Den Haag nu eenmaal zo bepaald. Rotzakken ook, met hun domme  regeltjes. En dat gaat al jaren zo. Vroeger, voor dat MKZ-gedoe, stonden er wekelijks meer dan duizend koeien op de markt. De Eemnesser  weet het zeker: de Utrechtse veemarkt houdt het niet lang meer vol. Hij noemt het moord met voorbedachten rade. Klinkt hard, maar zo is het wel. Nee, voor de handel hoef je niet meer naar Utrecht te komen. Deze woensdag zijn er 25 koeien ingebracht, terwijl er zo'n zeventig  veehandelaren zijn. Die komen echt niet allemaal naar Utrecht om te kopen of te verkopen. Het zijn vooral mensen zoals Hoogeboom: rondneuzen, bijpraten, lachen. Boeren zijn vies, hoorde Hoogeboom laatst een of andere onwetende burger zeggen. Wat een gelul! Weet je wat ze eens moeten doen? Melk uit de schappen halen. Voor een periode van pakweg twee weken. Even een tikkie uitdelen aan de  zeikende consument. Dan piepen ze wel anders, hoor. Ach ja, er valt genoeg te zeuren. Gelukkig vertelt Hoogeboom alles met een grote glimlach op zijn gezicht. Hij groet boer Lammert, dolt met boer Teus, neemt boer Leen in de maling. Straks, als de 25 koeien zijn verkocht  en de handel is afgelopen,  gaan ze met zijn allen naar de kantine. Thuiszitten kan altijd nog.
Bekijk PDF