In Springhaver knapt straks nooit meer een film
En of Lucas Scheffers het geratel van de 35 millimeter filmprojector gaat missen. Wat dacht je? Het geluid is zó authentiek en zó vertrouwd, aldus de 29-jarige Utrechter, operateur bij de Utrechtse bioscoop Springhaver en groot liefhebber van film en filmtechniek. Alle bioscopen gaan echter uiterlijk volgend jaar digitaal, Springhaver ook. Scheffers kijkt er met gemengde gevoelens tegenaan. ‘Als technicus vind ik het ook wel weer interessant om de transitie van nabij mee te maken.’

Het is zondagavond even voor achten; met een nat doekje veegt Scheffers de bar in de foyer schoon. In zaal één draait sciencefictionfilm Super 8, in zaal twee Heartbreaker, een romantische komedie. Super 8 is om kwart over zeven begonnen, de komedie een kwartiertje later. Het is, zoals gebruikelijk op zondagen, ‘gewoon lekker druk’. Naast Scheffers werken er deze avond twee mensen in de bediening. Alle tafeltjes in de foyer, waar mensen rustig een hapje zitten te eten, zijn bezet.  Ook in het ruim honderdvijfentwintig jaar oude café van Springhaver, een deur verderop, is het een gezellige bedoening, maar hier heeft Scheffers geen bemoeienis mee.

Als bioscoopoperateur – diploma vereist!- is Scheffers tijdens filmvoorstellingen bij Springhaver verantwoordelijk voor de techniek: van filmprojectie tot alles wat met geluid en licht te maken heeft. Hij verwisselt spoelen, komt in actie wanneer een film is geknapt of als er problemen zijn met de ondertiteling, maar hij treedt ook op wanneer er ruzie is in de zaal of wanneer een bezoeker flauwvalt. Omdat bioscoop Springhaver niet zo groot is, heeft Scheffers een dubbelfunctie: hij helpt ook mee in de foyer. Springhaver heeft zeven operateurs in dienst. Voor Scheffers, onlangs afgestudeerd als moleculair bioloog, is het al ruim twaalf jaar een bijbaan: als scholier op vrijwillige basis begonnen bij een filmhuis in Helmond, sinds vijfenhalf jaar als betaalde kracht bij Springhaver. De mooiste bijbaan ter wereld, aldus de Utrechter met Brabantse tongval. ‘Het werk is leuk, maar minstens zo belangrijk zijn de collega’s. Ik durf te stellen dat wij hier bij Springhaver voor elkaar door het vuur gaan, de sfeer is uniek.’

Natuurlijk gaat er wel eens iets mis, beaamt de operateur. Soms knapt er een film. Of blijkt een paar minuten na aanvang van een voorstelling dat de verkeerde film in de projector is gelegd. ‘Het blijft mensenwerk, maar meestal verloopt een avond nagenoeg probleemloos.’ Agressie? Komt eigenlijk niet voor bij Springhaver. Er zijn tegenwoordig bioscopen met een zogenaamde sms-dienst tegen herrieschoppers: vlak voor vertoning van de film verschijnt er een mobiel nummer op het scherm waar bezoekers naar toe kunnen sms’en wanneer andere bioscoopbezoekers voor overlast zorgen. De berichtjes komen binnen bij de operateur, zodat hij of zijn direct actie kan ondernemen. ‘Springhaver heeft zo’n sms-dienst absoluut niet nodig, wij trekken braaf publiek.’ 

Nog een halfjaar, dan gaat de Utrechtse bioscoop aan de Springweg over op digitale projectie, schat Scheffers in. Dan is het gedaan met het geratel en kunnen de twee filmprojectoren van Springhaver naar het museum. Of naar de schroothoop. ‘Zoveel zullen die apparaten natuurlijk niet waard zijn, als iedereen ze op hetzelfde moment wegdoet.’ Normaal gesproken is het verboden terrein voor onbevoegden, maar Scheffers laat het hart van Springhaver, de cabine, graag even zien. In deze ietwat donkere ruimte, vlak achter de bar, staan twee enorme filmprojectoren te draaien en te kraken. Hier geldt: uitkijken waar je loopt. Alles loopt  gesmeerd, stelt de operateur van dienst tevreden vast. Het is er, met een graad of 32, behoorlijk warm: de projectielampen zijn gloeiend heet. De projectoren, die een meter of drie uit elkaar staan, zijn tientallen jaren oud, maar doen het nog hartstikke goed. ‘Pure mechaniek, fantastisch toch?’, glundert Scheffers. Vanuit deze ruimte heb je via twee smalle, horizontale raampjes mooi overzicht over beide zalen. Het leuke is: bezoekers zien jou niet. Aan de muur van de cabine hangen een paar oude strookjes kapotgelopen stukjes 35 millimeter film, als bewijs dat het wel eens misgaat.

Kijk, niemand hoeft Lucas Scheffers te vertellen dat het digitaal vertonen van films tal van voordelen heeft. Geluid en beeldkwaliteit zijn beter (geen krassen, geen vervagingen), verder biedt digitale projectie veel meer mogelijkheden, zoals het vertonen van 3D-films. Bovendien scheelt het bioscopen mankracht en tijd. Het is straks immers gedaan met het gesleep van de meer dan twintig kilo zware filmspoelen; nieuwe films worden gewoon gedownload. Scheffers wil de overgang graag meemaken, daarna wil hij ergens aan de slag als moleculair bioloog. Wat hij het meeste gaat missen? ‘Elke donderdag zit ik in het montagehok op de eerste verdieping, om de nieuw binnengekomen films te monteren: de aanloopstrook, reclame, de film en de afloopstrook moeten netjes aan elkaar worden geplakt en komen op één grote spoel. Kopje koffie erbij, muziekje op de achtergrond, Jos of een andere collega die even langskomt voor een praatje. Ja, naast het geratel van de analoge film ga ik dat vreselijk missen.’

(Luider, 2011)