Voor duatleet Bert Streumer zijn bloemen belangrijker dan medailles
Ooit keek Bert Streumer vol ongeloof naar een paar bloedfanatieke hardlopers van een jaar of zestig. Dat was tijdens baanwedstrijden in 1986, Streumer was net veertig geworden en mocht zich toen net master noemen. De sportman uit Odijk weet nog dondersgoed wat hij dacht: wanneer ik die leeftijd heb bereikt, doe ik niet meer mee. No way. 

Bert Streumer vertelt het met een grote glimlach op zijn gezicht, in zijn hoekwoning aan de rand van Odijk. Streumer –grijs baardje, klein van stuk, geen grammetje vet - is 66 jaar. Gepensioneerd en duatleet. Of liever: een bloedfanatiek duatleet, ook al zal hij het zelf niet zo noemen. De cijfers spreken in elk geval voor zich: hij fietst 13.600 kilometer per jaar en loopt 2400 kilometer per jaar. Ingewikkelde trainingsschema’s zijn aan hem niet besteed, toch houdt hij in zijn agenda al zeventien jaar bij hoeveel trainingskilometers hij dagelijks maakt.

Streumer leeft het leven van een topsporter, zegt zijn vrouw Nina. ,,Hij traint eigenlijk iedere dag, ook tijdens vakanties. En met  koken houd ik er rekening mee. Vertel mij niks over koolhydraten stapelen en het nut van eiwitten. Ach, ik kook zeven dagen in de week vers. Aan vet en zout hebben we allebei een hekel, vlees eten we weinig en sausjes hoeven we niet.’’
Bert Streumer is, in zijn leeftijdscategorie, een wereldtopper. Als master (veertig jaar en ouder) behaalde hij talloze Nederlandse titels op alle loopnummers vanaf 1500 meter tot en met de marathon, hij won zilver bij het WK vijf kilometer. Als duatleet –de combinatie van lopen en fietsen - werd hij liefst zes keer wereldkampioen.

In de hoek van de woonkamer hangt de medailleoogst van 2012. Een greep: Nederlands kampioen vijf en tien kilometer op de baan. Winnaar van de halve marathon in Egmond. Europees kampioen duatlon, Nederlands kampioen crossduatlon. ,,Op 31 december gaan ze naar boven, naar de stok. Dat doe ik elk jaar. Aan die stok hangen alle medailles die ik heb gewonnen.’’ Streumer haalt de schouders op wanneer hem wordt gevraagd hoeveel medailles aan die stok hangen. ,,De vraag is me natuurlijk vaker gesteld, maar ik weet het niet, echt niet. Ga ik tellen, dan ben ik bang dat ik niet meer ga winnen. Zie het als een vorm van bijgeloof.’’ Streumer wil het winnen van al dat eremetaal graag in perspectief plaatsen. ,,Vooropgesteld: ik ben zeer prestatiegericht. Doe ik ergens aan mee, dan wil ik goed zijn en graag winnen. Met half werk  neem ik geen genoegen, dat zit nu eenmaal in mij. Maar een wedstrijd kent in principe maar één echte winnaar: degene die als eerste van allemaal over de finish komt. Een hoop jonkies eindigen voor mij, als master ken ik mijn plaats.’’

Als kind zat Streumer, geboren en getogen in Utrecht, op voetbal. Hij speelde zeven jaar bij Sint Maarten, de voetbalvereniging die later is opgegaan in Sporting ’70. ,,Ik was back. Technisch niet begaafd: ik moest het hebben van hard werken en snelheid. Op mijn zestiende ben ik gestopt met voetbal en ben ik lid geworden van atletiekvereniging Hermes. Hardlopen was toch meer mijn ding. Mijn broers liepen er ook hard.’’

Streumer heeft ruim drie jaar met veel plezier bij Hermes getraind, op zijn twintigste vond hij het welletjes. ,,Toen brak een ander leven aan’’, zegt hij bijna mysterieus. Een ander leven? Streumer neemt de tijd om even na te denken. Dan vertelt hij over de Flowerpower en het gebruik van genotsmiddelen ‘die nu eenmaal bij die tijd hoorden’, hij vertelt over het dragen van bontjassen met kralenkettingen en het kraken van leegstaande panden. Zijn vrouw Nina Streumer: ,,We zijn jong getrouwd, ik was zwanger. En we kregen geen fatsoenlijk huis. Dus toen zijn we gaan kraken.  Meerdere keren. We zijn er ook regelmatig uitgemieterd.’’ Berst Streumer: ,,Het was een ontdekkingsreis, die jaren zestig. We praatten urenlang over allerlei maatschappelijke kwesties. Sporten was iets voor burgerlijke mensen, het was in dat wereldje totaal niet cool of hip. Toen we wisten dat we een tweede kind zouden krijgen, vonden we dat het klaar moest zijn met het gesodemieter. Dat heeft met verantwoordelijkheidsgevoel te maken. Spijt van die periode heb ik nooit gehad, waarom zou ik? Het heeft ons gevormd.’’

Halverwege de jaren zeventig begon Streumer voorzichtig weer aan sporten te denken. Via zijn werk – Streumer heeft bijna zijn leven lang bij de HEMA gewerkt – deed hij een keer mee met bedrijfsvoetbal. En nog een keer. Niet lang daarna kreeg Streumer ook weer zin om te lopen: hij ging regelmatig meedoen aan trimloopjes in de bossen bij Bilthoven. En van het een kwam het ander, zegt Streumer nu. ,,Vijf, tien of vijftien kilometer, ik vloog er helemaal in. En de dagen erna vreselijk veel spierpijn. Ja, ik was fanatiek. Toen is mijn tweede sportleven begonnen.’’
Streumer sloot zich weer aan bij Hermes, zijn oude club. Niet lang daarna werd hij gevraagd om in te vallen tijdens een competitiewedstrijd. ,,Ik wilde absoluut geen modderfiguur slaan en liep gelijk in de prijzen. Toen is het snel gegaan.’’

Tussen zijn veertigste en 46ste boekte hij ieder jaar progressie en liep hij de ene pr na de andere. In 1991 – Streumer had de overstap naar Hellas gemaakt - kreeg hij een ernstige blessure aan zijn scheenbeen. Hij bleef lopen, maar minder dan voorheen. Streumer besloot om ook te gaan fietsen. Niet lang daarna is hij begonnen met duatlon. Geen slechte keuze: Streumer behoort al jaren tot de wereldtop.

Voor dit jaar had de Odijker zich ten doel gesteld om in het Zwitserse Zofingen wereldkampioen te worden op de duatlon lange afstand: tien kilometer lopen, 150 kilometer fietsen, dertig kilometer lopen. Hij heeft afgezegd. De reden: een geïrriteerde achillespees. ,,Blessures vormen de rode draad van mijn sportleven, maar steeds kom ik er weer bovenop. Ik besef heel goed dat ik mijn reservetijd zit, mijn carrosserie wordt minder. Ik stop wanneer ik niet meer op tempo kan lopen en fietsen.’’

Streumer  is een winnaar, maar niet ten koste van alles. Aan het einde van het gesprek vertelt hij over de betrekkelijkheid van al die titels. Tijdens zijn tweede sportleven is er een moment geweest dat hij dacht: bekijk het maar, ik kap er mee, er zijn dingen in het leven die belangrijker zijn. Dat was in 2001, het jaar dat zijn dochter Saar op 34-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van kanker. Streumer ging door en vond rust in het sporten. Hij gaat zich nu richten op het WK duatlon korte afstand in Nancy (tien kilometer lopen, veertig fietsen, vijf kilometer lopen) en het NK tien kilometer op de weg, tijdens de Singelloop in Utrecht. Wedstrijd die hij hoe dan ook wil winnen. Nog belangrijker dan de medailles zijn de bloemen, zegt hij. De bloemen gaan, zoals altijd, naar het graf van zijn dochter. Streumer wint vooral voor haar.