Jeffrey Sneijder, in de schaduw van een wereldberoemde broer
Daar zit hij dan, Jeffrey Sneijder, in een snackbar in een winkelcentrum in IJsselstein. Het is een doordeweekse middag, buiten vriest het. Terwijl zijn broertje Rodney voetbalkaarten signeert in de hoek van de groente- en fruitafdeling van de nabijgelegen C1000, heeft Jeffrey even de tijd voor een kop koffie en een broodje ei.

Laatst moest hij weer eens uitgebreid aan zijn eigen voetbalcarrière denken, bekent hij. ,,Dat heb ik heel lang niet gedaan. Uit zelfbescherming, denk ik. Ik stelde mezelf de vraag waarom ik niet ben geslaagd als professioneel voetballer. Het antwoord kon ik vrij snel geven: ik had niet de goede mentaliteit. Natuurlijk ben ik talloze keren geblesseerd geweest. Mijn knie was kapot, de lies is afgescheurd, de enkel gebroken…. Maar dat mogen toch geen excuses zijn?  De enige conclusie die ik kan trekken is dat de mentaliteit gewoon niet goed was.’’

Jeffrey Sneijder (29) heeft twee beroemde broertjes: Rodney (20) –nog steeds eigendom van Ajax - speelt op huurbasis bij FC Utrecht, Wesley (27) speelt bij Inter Milan.  Een groot voetbaltalent, dat was Jeffrey. Het is nauwelijks na te gaan, maar misschien was hij wel het grootste talent van alle drie. Jeffrey speelde bijna tien jaar lang in de jeugd bij Ajax, samen met onder meer Rafael van der Vaart en Maarten Stekelenburg. Hij was regelmatig aanvoerder van het team. Om een lang verhaal kort te maken: Jeffrey heeft uiteindelijk vier wedstrijden gespeeld in de eerste divisie, bij Stormvogels Telstar. ,,Ach, het heeft niet zo heel veel zin om terug te blikken. De blessures waren heel vervelend, dat wil ik best toegeven. Dan laat je je weer opereren, in de hoop dat het weer goed komt. Maar altijd had ik weer de angst dat het mis zou gaan. Natuurlijk mis ik de geur van gras, maar ik wil er gewoon niet te veel meer bij stilstaan. Ik wil vooruit kijken.’’
Jeffrey werkt, net als zijn vader Barry Sneijder, bij Essel Sports, het sportmanagementbureau van oud-prof Sören Lerby. Beide broertjes horen bij de stal van Lerby. ,,Daar ben ik behoorlijk druk mee, onder meer met het begeleiden van spelers. Verder bezoek ik veel wedstrijden, om talentvolle jeugdspelers te bekijken. En ik heb vergaande plannen om mijn trainerspapieren te halen: TC 3, TC 2 en TC 1. Daar ben ik wel een tijdje zoet mee, vermoed ik. Ik krijg geen dispensatie. Ik schuif het steeds voor me uit, maar weet voor negentig procent zeker dat ik binnenkort toch begin met TC 3. Ik denk dat ik het kan, dat ik in staat ben om kennis over te dragen. Over clubs heb ik nog niet nagedacht: het belangrijkste is dat ik weer op het veld kan staan.’’

Wesley en Rodney kunnen zich geen betere broer voorstellen: Jeffrey is betrokken, volgt ze op de voet en staat altijd voor ze klaar. Wanneer hem de vraag wordt gesteld of hij wel eens jaloers is op het succes van Wesley en de beginnende profcarrière van Rodney, trekt hij een vies gezicht. ,,Geen moment! Ik gun ze alle succes van de wereld, echt waar.’’ Hij gaat vaak met Rodney mee, ook vliegt hij regelmatig naar Milaan. ,,Of ik wel eens moet ingrijpen? Niet echt, hoor. Mijn broertjes zijn volwassen genoeg. Dat Rodney niet altijd in de basis staat bij FC Utrecht, is heel vervelend. Wanneer hij door de trainer wordt gepasseerd, ziet hij alleen de negatieve kanten. Dan probeer ik hem wel op te peppen. Hij  mag dan Sneijder als achternaam hebben, hij is gewoon een van de zoveel bij FC Utrecht. Soms zijn de verwachtingen vreselijk hoog, maar vergeet niet dat dit zijn eerste jaar als prof is.  Je kúnt hem niet vergelijken met Wes, dat zou niet eerlijk zijn. Wesley is, als middenvelder, een van de beste voetballers van de wereld! Wat ik zo mooi vind van Rodney, is dat hij er ook alles aan doet om als profvoetballer te slagen. Uiteraard speelt hij het liefst elke wedstrijd in het eerste, maar wanneer hij met Jong FC Utrecht speelt, geeft hij ook meer dan honderd procent. Hij gaat zeker slagen!’’

Op naar de C1000, op naar Rodney. De benjamin van het stel – Rodney is 21 jaar - lacht, dolt, poseert en signeert. Met kinderen, verlegen moeders en de voltallige supermarktbrigade, het maakt hem weinig uit. De gelijkenis met zijn wereldberoemde broer is groot. Rodney is in zijn element, hij straalt zelfvertrouwen uit. Terwijl hij die week daarvoor, tot ieders verrassing, niet eens bij de selectie zat. ,,Tja, wat kan ik daar op zeggen? Die dingen gebeuren. Natuurlijk ben ik het er niet mee eens, maar de trainer beslist. Wat ik kan doen is laten zien dat ik er wél bij hoor. Daar train ik keihard voor.’’

Rodney woont, sinds een halfjaar, samen met zijn vriendin, in een appartement in Vleuterweide. Inderdaad, op een steenworp afstand van zijn ouders en broer Jeffrey. ,,En met Wesley bel ik veel. Hoe vaak? Dagelijks. En als mijn programma het toelaat, ga ik naar Milaan. Van Wes leer ik veel.’’ Moeder Sylvia Sneijder is apetrots op haar zoons, maar vindt het soms lastig om de aandacht te verdelen. ,,Ik heb het dus over Wesley, Rodney én Jeffrey. Voor hem is het balen dat hij het niet heeft gered als voetballer, maar hij gunt zijn broertjes superveel. Ze lijken veel op elkaar: dat het straatjochies zijn, zie je in alles terug.’’

Sylvia slaat geen wedstrijd van haar voetballende zoons over, ook al is ze al een tijdje niet in Milaan geweest. ,,Dat heeft met mijn gezondheid te maken: in december kreeg ik een longembolie. Van de dokter mag ik nog niet vliegen. Ik ben nu zelf druk aan het sporten om weer fit te worden, zodat ik snel weer naar Wes kan. Gelukkig zie ik hem vaak. Als hij op zaterdag moet voetballen, komt hij meestal op zondag naar Utrecht toe.’’

Dat Jeffrey zijn trainerspapieren wil halen, vindt ze fantastisch. ,,Komt hij toch weer in het veld te staan. Kijk, Jeffrey heeft dikke pech gehad met zijn blessures. Zegt Jeffrey dat hij niet de juiste mentaliteit had om prof te worden? Hmm, zou kunnen. Wesley heeft zijn broer in elk geval aangeraden om alle trainerspapieren te halen. Wesley vertelde me laatst dat hij na zijn carrière ook als trainer aan de slag wil. Zijn grote wens: samen met Jeffrey een trainersduo vormen. Ik zou het prachtig vinden.’’

Wesley over Jeffrey
Wesley denkt dat broer Jeffrey het in zich heeft een goede trainer te worden, laat de Utrechtse stervoetballer vanuit Milaan weten. ,,Jeffrey werkt nu voor Essel Sports Management, waar hij vooral jonge spelers begeleidt. Door deze ervaringen, maar ook door zijn jarenlange ervaring  als speler, verwacht ik dat hij het kan. Jeffrey heeft bovendien een goed tactisch inzicht.’’
Wesley volgt de wedstrijden van Rodney bij FC Utrecht op de voet. Soms zit hij in het stadion, meestal zit hij, in Italië, thuis voor de buis. ,,In de eerste plaats ben ik trots op hem, maar ik ben ook kritisch. Voor en na elke wedstrijd bellen we elkaar altijd even, dan probeer ik hem adviezen te geven. Ik kan echt genieten wanneer hij scoort of een mooi bal geeft. We proberen elkaar zoveel mogelijk te bezoeken, maar door onze drukke schema’s en te grote afstand zien we elkaar toch te weinig.’’
Sneijder omschrijft de band met zijn ouders, broer en broertje als heel erg hecht. ,,We steunen elkaar door dik en dun. Hier in Milaan mis ik mijn vrienden en familie het meest van alles. Utrecht blijft toch mijn stadje.’’

(Rondom Voetbal, 2012)